Schrijven doe ik met overgave. Ik werd geboren (1956) in de kustplaats IJmuiden. Het Noordzeekanaal, de haven met de vissersboten, het strand, de zee en de duinen zijn de plekken uit mijn jeugd. De mooiste herinneringen heb ik aan de duinen, waar je eindeloos kunt ronddwalen zonder dat iemand je ziet. En meestal vond je mij wel ergens weggedoken met een boek.
Het duurde lang voor ik kon lezen, maar toen ik die kunst meester was, verslond ik boeken. Ze brachten mij naar onbekende plekken in het heden, verleden of toekomst. Ik leefde intens mee met de mensen, dieren en andere wezens die deze wereld op papier bevolkten en beleefde fantastische avonturen met hen. Zonder die avonturen zou mijn leven een stuk saaier zijn geweest.
Als ik schrijf voel ik mij verbonden met die enorme schat van boeken die ik heb gelezen. Wat er precies gebeurde in die verhalen weet ik vaak niet meer, maar wat het lezen opriep en de emotionele reis van het personage staat mij dan wel helder voor ogen. Misschien dat daarom bij het schrijven de emoties en gedachtes van de personages zo belangrijk zijn voor mij. Zij vormen de kern van elk boek. Schrijven is voor mij een oefening in empathie. Steeds weer opnieuw probeer ik me voor te stellen hoe mijn personage zich voelt.
Het fantastische van schrijven is dat ik de tijd kan versnellen, vertragen of terugspoelen. Ik kan de gebeurtenissen of de woorden die deze gebeurtenissen weergeven net zolang veranderen tot alles in dat moment van langzaam leven klopt. Op papier dan toch.
Hier kun je me vaak vinden.
De zee kun je horen
met je handen voor je oren,
in een kokkel
in een mosterdpotje,
of aan zee.
Judth Herzberg, 1968